Behalve graan kan ook andere lading met behulp van een elevator worden gelost. Door gebruik te maken van “lossen met lucht” zijn de soorten lading, in principe, beperkt tot droog en korrelig. Maar ook ‘grove’ poeders zoals vismeel, bloedmeel en dergelijke kunnen worden gelost, mits er een overmaat aan lucht wordt bijgemengd. Verder is vanzelfsprekend afmeting en/of soortelijk gewicht een belangrijk gegeven.
GRANEN
Tarwe, haver, gerst, maïs, gierst, rijst, rogge
ZADEN
Koolzaad, mosterdzaad, lupinezaad, raapzaad, boekweit, palmpitten voor verwerking in voedingsmiddelen.
BONEN, ERWTEN en NOTEN
Sojabonen, sorgum, cacaobonen, voerbonen en grondnoten (pinda’s)
OVERIGE GOEDEREN
Tapioca, gebroken rijst, copra, soyapellets, maispellets, katoenpellets.
Het begrip ‘pellet’ wordt gebruikt als het gaat om tot brokjes geperste delen van een product. Als voorbeeld; sojabonen. Als de olie er uitgeperst is blijft er ‘sojaschroot’ over. Dit schroot wordt samengeperst tot brokjes en verder verwerkt in overige voedselverwerkende bedrijven of wordt bestemd voor dier- en veevoer.