HEEN
Een avontuur met onvoorspelbare belevenissen. In de vroege morgen van 23 juli maken de sleepboten Adriaan en Tonijn vast aan de veter. De mslb Adriaan als voorschip en de Tonijn met duwsteven en koppellieren achter. De bemanning van de veter bestaat uit: Willemijn, Bert (Foto) en Bas. Van de ‘vaste’ crew is iedereen verhinderd vanwege werk, ziekte, vakantie en andere smoezen.
De ‘crew’ heeft pech het is geen fraai weer maar winderig en er vallen bakken water naar beneden. De sleepreis verloopt traag, snert weer en vertraging bij de sluizen. Noodgedwongen wordt er overnacht in de vluchthaven van Bruinisse. Wat meteen ‘aanloop’ oproept want zo een hoog object lag er niet eerder. Dus veel volk op de kade langs de veter die avond. Er is geen walstroom dus blijft het diesel aggregaat in bedrijf tijdens de nacht. Slaap lekker!
De volgende dag is het weer helemaal anders en wordt er gevaren onder een fraai zonnetje. Wind en getij zijn gunstig waardoor de sleep “tijdig” arriveert voor de Kattendijksluis in Antwerpen. De passage is lastig omdat het in de Schelde voldoende hoog water moet zijn om met de sleepboten over de drempel van de sluis te kunnen. Afijn eindelijk in het Kattendijkdok resteert de doorvaart van de Londonbrug en de Nassaubrug om eindelijk in het Bonapartedok te kunnen aanmeren. Aha, de historische Nassaubrug (draaibrug) blijkt niet te willen meewerken, ongeacht de inspanningen van de brugwachter. Wat nu?
Goede raad is soms duur maar vaak ook ter plaatse aanwezig: gewoon de mslb Adriaan even losmaken en met de boeg een duwtje aan de brug geven, draait als nooit tevoren. Einde dag twee ligt de veter gemeerd (met de fenders er tussen) aan de kade naast het Museum aan de Stroom (MAS) Drinkwater en walstroom zijn vooraf geregeld en kunnen direct worden aangekoppeld. De ‘vetercrew’ heeft een schitterende dag achter de rug en gaat in de pauze stand.
Het fraaie geluid van de ‘Industrie’ in de Tonijn, geruststellend en hypnotiserend, verdwijnt samen met de Adriaan in de verte als deze de terugreis aanvaarden.
EN
Vanaf de volgende dag is het aan onze Vlaamse Vrienden & collegaas. Ze verzorgen de openstelling van de Graanzuiger en alles wat verder nodig is ( zoals het leeg slobberen van de bilge). Later blijkt dat zij dit alles met veel overgave doen en met grote vasthoudendheid. Vanzelf is de ligplaats naast het museum een toplocatie. Er is vrijwel steeds aandacht van voorbijgangers en ‘gepland’ bezoek wat via de website van het Mas is aangemeld. Bij het vertrek uit Antwerpen op 29 augustus zal het bezoekersaantal op de astronomische hoogte van 4965 personen staan!
Tussendoor reist de vaste elevatorploeg meermaals naar Antwerpen om de stoomketel op te stoken en de stoommachine te laten werken tijdens de museumnacht Antwerpen.
WEER
En dan is het ‘plots’ 28 augustus. De ‘terugvaar bemanning’ zal bestaan uit Bas en Pim. Gewoontegetrouw is Wim bereid en beschikbaar om het transport naar A te verzorgen. Bas reist na per spoor. In overleg met de Vlaamse Vrienden ontvangen we ‘de laatste Vlaamse bezoekers’ en bereiden het vertrek voor. De Tonijn en de Adriaan liggen (gestimuleerd door eerder ervaringen tijdens de vorige rit) al gemeerd voor de nacht in het Willemdok, een kleine 150 mtr van de veter, kunnen we vroeg in de morgen door de Nassaubrug.
Half zes gaat de wekker want de Nassaubrug draait eenmaal en dat is v r o e g. Door het intussen gepleegde onderhoud draait de brug geruisloos en zonder problemen open. Het kataklop, kataklop van de Industrie komt dichterbij en zal ons de komende vele uren geruststellen (het gaat goed, het gaat goed, het gaat goed). Hieronder het geluid van de motor.
De boten koppelen. Bas en Pim halen de fenders binnen, maken de gangway los en zeggen de Vlaamse vrienden gedag. Dank aan iedereen die een bijdrage leverde aan dit succesvolle bezoek. De Londonbrug passeren betekent wachten.
In de Kattendijksluis is het wachten op hoog water op de Schelde voordat we naar buiten kunnen. Kostbaar tijdverlies waardoor we nauwelijks meer voordeel hebben van de ebstroom. De motoren moeten dus al het werk doen. Zes tot zeven kilometer per uur, sneller gaat het niet. Krammersluizen opnieuw wachten. Door al het wachten sluiten we de vaardag (17 uur) om 23:30 uur af met het aanmeren, in het volslagen duister, aan wat palen, ergens.
Halfzes start de Industrie voor de 2e vaardag. Via de Volkeraksluizen, Hollands Diep en Dordtse Kil op weg naar Rotterdam. Door alle vertragingen zullen we de ‘draai’ van de Spijkenisse- en Botlekbrug niet halen (tij tegen) Besloten wordt daarom voor enkele uren aan te meren in Dordrecht in het Mallegat. Wim komt aflos spelen en Pim gaat enkele uren huiswaarts.
Om 22:00 uur loopt de sleep de Leuvehaven binnen en meren we de elevator aan het ponton. Weer een dag van 16 uur varen. De mannen van de Tonijn blijven in Rotterdam maar de Adriaan vertrekt nog naar haar thuishaven. Einde oefening 2024.
Stichting Rotterdamse Graanelevator